Wij mensen zijn voortdurend in ontwikkeling. We zetten steeds weer nieuwe stappen. Jammer genoeg zijn we ons er vaak minder bewust van dat relaties en groepen dezelfde soort stadia doorlopen als mensen in hun persoonlijke ontwikkeling. Het opgroeiende kind maakt deel uit van een groep, allereerst het gezin. In het gezin ervaren we onze relatie met verbondenheid, acceptatie, veiligheid.
Ieder mens begint zijn leven als kind. Kind zijn betekent dat het leven niet met jou begint. Je bent een schakel tussen verleden en toekomst, een hoofdstuk in een doorgaand familieverhaal. Het trio verleden-heden-toekomst wordt daarbij ook nog eens gedragen, versterkt of verzwakt, door je plek in de kinderrij of de geboortevolgorde in een gezin. Zijn er meer wetmatigheden of verborgen eigenschappen te ontdekken in het alledaagse verschijnsel: het gezin…?
Kinderarts Karl König schreef een boek wat nog steeds aanbevolen wordt om te lezen door hen die biografiewerk op de kaart willen zetten. Het begrijpen van de analyse van Königs is oefening in de kunst om oer-archetypen als zodanig te herkennen, en om in het enig, eerste, tweede en derde kind dóór de oneindige variatie van bijkomende kenmerken héén het patroon daarvan te onderkennen. Van belang is dat in welke situatie je ook geboren bent een kind niet iets in orde kan maken voor de ouders. Ouders kunnen wel iets voor hun kind in orde maken.
Als we oog krijgen voor familie verbanden en jouw plek in de kinderrij leer je anders te kijken naar je leven én naar je kinderen. In dit artikel gaan we kijken naar onze plek in de kinderrij. Of je een eenling, eerste, tweede of derde kind in het gezin bent, dát vormt je. Niet alleen jou, maar ieder mens ontdekt in het contact met de broertjes en zusjes het verlangen naar intermenselijk contact.
De jaren waarin wij als enig kind, eerste, tweede of derde kind onze weg proberen te vinden blijkt van invloed te zijn op ons sociale leven. Dit kun je zelf tot meer inzicht brengen door de Tzolkin erbij te pakken en zo de onderlingen verbanden, de aantrekkingskracht of de afstotingskrachten te leren plaatsen in je eigen leven. In de drie grote fasen van het leven staat het nemen en het geven centraal. Deze fasen zijn van oudsher bekend en worden wel als de lente, zomer en herfst van het leven beschouwd. De lente fase komt steeds opnieuw terug, het is de tijd van zaaien, van ontkiemen en van het grote inademen.
Ieder persoon heeft een groep, een kudde of een familie nodig om te overleven. Hoewel we onszelf misschien niet zien als kuddedieren, zijn we er als mens niet voor gemaakt om in ons eentje te leven. We hebben anderen nodig. Bovendien leven we in een tijd waarin we ons dieper mogen leren verbinden met ons eigen familiecollectief. De familieziel strekt zich uit in het verleden naar je voorouders, en naar de toekomst via je kinderen. De plek die je inneemt in de kinderrij, blijkt meestal een rode draad in je leven.
Ervaringen die het hele leven herkenbaar kunnen blijven doorwerken kunnen een leidraad zijn voor het leren waarnemen of anders kijken naar het gezin van oorsprong of eventueel het eigen gezin. Dit staat voornamelijk in het licht van het ontplooien van zelfkennis. De omgeving, de natuur en bovenal het ouderlijk huis is voor het kind allesbepalend in de ontwikkeling van denken-voelen-willen. Deze blijken in relatie te staan met de drie planeten die wel spirituele planeten (hogere ontwikkeling) worden genoemd: Uranus, Neptunus en Pluto in samenhang met de maansknopen. De maanknoop, die om de 18 jaar en 7 maanden in de biografische dynamiek kan ingrijpen, bevrijdt ons van levensomstandigheden die voor onze verdere ontwikkeling geen toekomst meer hebben en brengt ons van buitenaf nieuwe mogelijkheden, nieuwe perspectieven. Het inzicht betreffende de maansknoop is een biografisch inzicht wat achteraf beschouwd kan worden als een zinvolle samenhang die te duiden is vanuit de bekende biografische wetmatigheden.
‘Altijd draag ik in mijn ziel het landschap van mijn ouders mee.’ Marc Chagall
Wij hebben vrijwel allemaal vier grootouders, twee ouders en al of niet broers en zussen. Onze plek in de kinderrij in het ouderlijk gezin is van betekenis voor onze sociale leven in ons latere leven. Om hier wat meer inzicht in te vinden heb ik me ooit al laten inspireren door het boek: ‘Waarom ben ik mijn broertje niet’ geschreven door Karl König. In dit boek beschrijft hij de drie typen mens verbonden aan onze plek in de kinderrij. Zij vertegenwoordigen drie archetypen van sociale bestemming. Zo staat het eerste kind voor het verleden, is het tweede kind meer gericht op het hier-en-nu en bereidt het derde kind de toekomst voor.
Kijken we naar het archetype van de Levensboom, het denken, het voelen en het willen ontstaat er opeens meer beeld en worden ook de wonder zichtbaarder. Het element van de lente is hout. De boom met al zijn eigenschappen symboliseert het element hout. Een boom groeit zolang hij leeft; steeds is de boom in verandering en beweging en toch volgt de boom een gegeven, ordelijk principe. Associatief reis ik verder. Met een stamboom kun je op zoek naar je familiegeschiedenis. De sociale wetenschap die zich richt op de invloed van broers en zussen op elkaar in het geboortegezin bewoont een kleine tak maar vormen waardevolle informatie in het weefsel van de mensheid. Groepsvormingen zijn er velen. Landen, volkeren, stammen, families, maar overal draait het om de dynamiek tussen mannen en vrouwen.
De eerste jaren van het leven tot aan het tijdstip van mondigheid, dus tot ongeveer het 21e levensjaar, bepalen het gehele leven van een mens. Allemaal zijn we in die jaren geboren als jongen of als meisje in een bepaald gezin in deze wereld, in een bepaald land en leren we de aldaar gesproken taal. Ga eens even in gedachten terug naar de omgeving, de natuur, waarin jij opgroeide en benoem wat kenmerken. Was er water, bos, zee, bomen, bergen. Woonde je in een huis, flat in dorp of stad. Hoe was de dynamiek in dat gezin. Was je enig kind. Had je veel broertjes en zusjes en welk soort intermenselijk gedrag ontwikkelde je, zowel individueel als sociaal. Als je dit op een rijtje hebt kunnen we aan de hand van het boek ontdekken hoe we de basishouding van vertrouwen opnieuw kunnen gaan grondvesten. Nu met de kennis en ervaring. Dat maakt dat we als vanzelf keuzes gaan maken die bij ons passen. De keuze is daarbij hóe je omgaat met je medemens. Niet óf.
Ik nodig je uit naast me te komen zitten in de boom, een comfortabele tak uit te zoeken om samen te luisteren naar de inzichten die Karl König ons bieden wil over je plek in het geboortegezin. Het onderscheid wat hij in dat boek aanbrengt vormen de vier grondtypen: het eerste kind, het enig kind, het tweede kind en het derde kind. Interessant is dat de vierde, vijfde en zesde kinderen de fundamentele trekken van de eerste, tweede en resp. de derde herhalen. Net zo goed als de zevende, achtste en negende dit doen. De drie grondtypen worden zo herhaalt, waardoor de vierde lijkt op de eerste, de vijfde op de tweede en de zesde op de derde enz.
Vier grondtypen in een rijtje
Enig kinderen zijn als een vreemde vogel die opgroeit onder de directe vleugels van de ouders. Het is de enige oogappel in een bijzondere situatie. König noemt enig kinderen ‘kinderen van de drempel’ Dit kind heeft niets anders dan zijn ouders, maar die zijn hun gelijken niet. Ze staan achter dit kind maar niet naast hem zoals broers en zussen dat staan. Enig kinderen hebben vaak een minder getraind gevoelsleven en kan daardoor wat ambivalent reageren in de ontmoeting met een ander mens. Enig kinderen zijn ook eerstgeboren kinderen; beiden worden meestal met alle denkbare gevoelens verwacht, gedroomd en gehoopt.
Eerstgeborenen zijn enig kind tot de dag dat een nieuwe baby aankondigde metgezel en speelkameraadje te zijn. Dat verandert het speelveld. Het drempelkind krijgt een brugfunctie in de stroom van het leven. Ze bewaken de poort naar de vooruitgang en verlenen er de toegang toe.
Eerstgeborenen hebben vaak twee gezichten: het ene is gewend naar de ouders, naar het verleden en de andere kijkt naar zijn broers en zussen, naar de toekomst dus. Dit wordt archetypisch ook wel een janusfiguur genoemd; hij hoort niet bij de ouders en ook niet bij de broers en zussen. Het tweede kind staat hier anders in. Het is of een rebel of een rivaal of een bondgenoot van het eerste kind. Het tweede kind heeft de positie heilige huisjes omver te kunnen trappen, maar kan ook een ontdekker zijn die in onbekende gebieden doordringt door de eigen gaven effectiever te gebruiken. De dynamiek tussen het eerste en het tweede kind is vanzelf afhankelijk van de verhouding man-vrouw in het gezin en van de langzaam oprukkende voorhoede in de voortschrijdende ontwikkeling van de mensheid.
Het derde kind leert al vroeg zelf een weg te banen naar de kring van zijn eerste twee broers of zussen. Het derde kind heeft een oudere broer of een oudere zuster en dat biedt dit kind de kans een sleutel te vinden om de verschillen te interpreteren tussen mannelijke en/of vrouwelijke houdingen. De eenzaamheid van het derde kind heeft zo een heel andere kleur. Vaak pas veel later ontkiemd het zaad wat zij gestrooid hebben en kan het tot ontwikkeling komen. Als kind van de toekomst leeft het in een oncomfortabele positie: is tegelijk binnen en er buiten en ook nog eens de laatste in de rij.
Derde kinderen zijn hekkensluiter die gemakkelijk opgroeien tot lieveling of worden als een Klein Duimpje die een stuk van de wereld moeten veroveren en zo tot rijping kunnen komen. Waar het eerste kind de traditie wil bewaren, het tweede kind als een kunstenaar gelijkmoedigheid beoefent mag het derde kind de toekomst openen door deze in het heden te realiseren.
Ons hele leven blijven we het eerste, tweede of derde kind; een nakomertje of enig kind. In ons sociale gedrag is dit merkbaar en zelfs de keuze van een echtgenoot wordt in hoge mate beïnvloed door de omstandigheden van de gezinsconstellatie. Dit soort sociale patronen, gevormd door onze vermogens, liggen diep in onszelf geworteld en tonen zich in onze vermogens om contact met anderen te maken. Introvert danwel extravert en zijn vaak in verband te brengen met de drie buitenplaneten: Pluto, Neptunus en Uranus oftewel het denken, het voelen en het willen.
De gezinsdynamiek is al zo oud als de mensheid is aanwezig, vele mythen verhalen over deze dynamiek. Wellicht een belangrijke dynamiek ligt besloten in het verhaal van Adam, Eva, Kaïn en Abel; dit is zeker behulpzaam als er twijfel in jou bestaat of bovenstaande wel klopt oftewel dat het voor jou wellicht een uitdaging is je eigen plek alsnog in te gaan nemen.
Vier archetypes van het oergezin
Het verhaal met de vier archetypes die aan de wortel liggen van de oudste familievorm is het verhaal van Adam en Eva en hun twee zoons Kaïn en Abel. Een vrouwelijke evenknie van Abel, archetypisch gezien, is volgens mij Artemis. Alle dynamiek in groepen is terug te herleiden tot dit oergezin of oerprincipe. Heel wat onenigheid, ruzie, conflict of strijd zou snel opgelost kunnen worden, wanneer partijen zich bewust waren van de Kaïn en Abel in zichzelf. Altijd is het Kaïn die slaat en krijgt Abel leed toegevoegd. Abel moet de slagen verduren, maar het is pijnlijker om slagen uit te delen dan om ze te moeten incasseren. Of je nu het lot van Kaïn of van Abel, van Janus of Artemis als leidsbeeld in je draagt, het heeft betekenis die graag begrepen en gezien wil worden. Dan kan het worden toegepast in de groepsdynamieken en sociale verbanden waar je nu ook deel van uitmaakt. Het is dan ook zeker niet zo dat wij als mensen gelijk zijn. We zijn ongelijk, alleen al omdat we op verschillende plaatsen in de geboorte volgorde ons leven op aarde beginnen. Deze fase heeft een grote invloed op de verdere lichamelijke en geestelijke groei. In de vroege kinderjaren vormen zich de lente eigenschappen als: creativiteit, beweeglijkheid, besluitvaardigheid, idealisme en tolerantie.
…dat we in ons spreken en doen toekomst mogen zaaien…..
© Joke
boek: ‘waarom ben ik mijn broertje niet?’ Karl König uitgeverij Christofoor
Is dit gerelateerd aan de Tzolkin nu? Aan de golf van het gele zaad?
Misschien hier even een kijkje nemen Mony:
https://wp.me/P2XSLz-1C4
Lieve mensen, het is niet de bedoeling dat je in een slachtoffer modus schiet maar deze tekst gebruikt om te ontdekken hoe het voor jou en in jouw leven vormt krijgt in de communicatie. Ook met mensen buiten de familiekring werkt dit door. Ook het gegeven van jouw gezinssituatie met b.v. meerdere vaders, weeskinderen of overleden kinderen kunnen zo helderheid krijgen in jouw proces van bewustwording.
Al vele levens lang hebben we ons stap voor stap de lagere liefde eigen gemaakt: die van het ego. Nu staan we op de drempel van de tijd waarin relaties gaan transformeren. Deze omvorming is in volle gang en hoe leuk is het om te zien waar jouw bijdrage ligt als het kind in ons volwassen mag worden….
ter aanvulling – groet Joke
Hoi Joke,
hoe zit het in dit verhaal met miskramen? Tussen de geboorte van mijn broer en mijzelf heeft mijn moeder een kindje verloren. Dit ongeboren kind heeft voor mij wel een plek in ons gezin, maar ik lijk de enige te zijn die dit zo ziet en voelt. Tijdens het lezen van jouw verhaal merk ik hierdoor bij mezelf verwarring ontstaan. Want ben ik nu het 2e of het 3e kind? Wat is mijn plek? Heb ik wel een plek in dit gezin? Het voelt soms van niet…
De laatste tijd ben ik bezig met stamboomonderzoek naar 1 specifieke familielijn en daar word ik ontzettend blij van. Het triggert mijn nieuwsgierigheid en ik voel hoe dit mijn lang verloren gewaande spontaniteit en enthousiasme nieuw leven inblaast. Het raakt en beweegt me ook. Gek genoeg geeft het groeiende beeld van die vervlogen tijden mij in het hier en nu een gevoel van verbondenheid en trots. Ik ervaar het dan ook als een waardevol geschenk.
Maar ook in mijn familiegeschiedenis zie ik, naast de geleide levens van mijn voorouders, de zeer jong gestorven kinderen, wiens verhalen voor altijd verborgen zijn gebleven. Waarom valt juist dat mij zo op?
Wat zegt dat over mijn rol en plek in het geheel?
Groeten Sandra
Hoi Sandra,
In mijn administratie heb ik volgens mij geen gegevens van jou. Een wat algemener antwoord waar je hopelijk verder mee kunt is dat onze manier van denken, overtuigingen en gedragspatronen niet alleen worden gevormd vanaf onze geboorte en vanuit onze eigen persoonlijkheid, maar vaak ook hun oorsprong vinden in ons familiesysteem.
Miskramen, abortussen en jong gestorven kinderen behoren erbij en als dat niet zo gezien is heeft dat gevolgen voor het systeem en dat kan resulteren in een verwarring over jouw plek en het innemen daarvan.
In principe ben je het derde kind, mogelijk benaderd als tweede kind of deze plek zelf ingenomen.
Ik raad je aan naast stamboom onderzoek (leuk!) ook aandacht te geven aan jouw persoonlijk ontwikkelplan. Vaak komt er zo al veel aan het licht…
met vriendelijke groet, Joke
Dankjewel voor je reactie Joke 🙂 Als ik het zo bezie dan is er sprake van een behoorlijke chaos in ons familiesysteem. Maar helderheid over mijn eigen positie helpt mij zeker. En dat persoonlijke ontwikkelingsplan is er hoor! Ik beschouw mezelf al heel lang als een student van het leven. Het volgen van de vraagtekens is wat mij drijft en op mijn pad houdt. Nieuwsgierig vervolg ik dan ook weer mijn weg…
Je plek in de kinderrij is van groot belang voor de latere individuele en sociale ontwikkeling. Chaos of verstoring in de ordening kan bijvoorbeeld hersteld worden door het eren van de (groot)ouders of anderszins door het bekrachtigen van de drie grote kracht in onszelf: denken, voelen, willen.
Dat is ook mijn ervaring op deze weg Sandra. Hopelijk vind je voldoende liefde om deze weg te bewandelen.
met vriendelijke groet, Joke
Beste Joke,
Kun je mogelijk iets toevoegen over het opgroeien als tweeling? Ik heb een tweelingzus en ben zelf de laatstgeborene, er zijn verder geen broers/zussen . Sinds 2 jaar is onze familie getroffen en daardoor verdeeld geraakt doordat onze moeder is getroffen door een zwaar herseninfarct. Mijn zus en ik zijn elkaar kwijtgeraakt in dit rouwproces.
Dag Henrietta, wat verdrietig wat er nu gaande is in jouw leven. Vooral ook omdat het verdeeldheid zaait, ook tussen je tweelingzus en jij.
Wat ik kan toevoegen over tweelingen is dat ze (systemisch) op dezelfde plek staan.
De verdeeldheid kan veel verschillende oorzaken hebben. Je bent gelijk, de identiteitsontwikkeling en reactie kan wel verschillend zijn…. gr. Joke
Dankjewel voor je reactie Joke
Henrietta, In het boek ‘Het drama in de moederschoot’, geschreven door Alfred en Bettina Austermann staat een uitgebreide beschrijving van hoe tweelingen taken verdelen. Misschien zet het iets in gang wat inzicht biedt… gr. Joke