De drieslag denken, voelen en willen is synoniem aan de drieslag verleden, heden en toekomst. Het krachtenveld van het NU staat voor leven in het heden. Zijn in het hier-en-nu vertel je je verhaal. Hoe overstijg je de oude manier die alles opdeelt in goed of in fout? Wat kunnen sprookjes ons hierover leren? Een artikel voor zwanen, lelijke eendjes in kunst en in sprookjes als helpers voor onderweg!
In het huis van je leven vragen waar het op aan komt. Wie ben ik. Waar kom ik vandaan. Wat biedt toekomst oftewel hoe maak je lichter in je eigen huis?

Leven in het moment gaat voornamelijk over aandachtig luisteren en vragen stellen. Wie kent het niet: hoe in een ontmoeting waar werkelijk contact is en een open gesprek de ruimte krijgt het bewustzijn, de zelfkennis, verbondenheid en verandering als vanzelf een hogere werkelijkheid binnen laat stromen. In de ontmoeting met de andere mens groeien we door de manier waarop we luisteren. Dat is een ontdekking die niet vaak genoeg herhaalt mag worden. De zin van het bezig zijn met je eigen biografie is de andere mens, de ander.
In vroegere tijden beleefde de mens zichzelf als sterk verbonden met familie en maakte zo deel uit van het volk. Het eigen leven was niet zo belangrijk. Veel biografieën en ontwikkelingsromans werden geschreven over anderen en gaandeweg ervaarde de mens bewuster ook het eigen verhaal. Er kwamen vragen, manieren en wetmatigheden als hulpmiddel. Biografiewerk is inmiddels bij veel mensen een geliefd hulpmiddel en volop in ontwikkeling. Hoe mooi dat de maakbaarheidsgedachten zich zo omzetten naar zelfliefde.
Mensen zijn verhalenvertellers.
Inmiddels bevinden we ons als mensheid ongeveer twintig jaar in een transitieperiode. Donkere perioden wisselen zich af met de wat lichtere waardoor we het luchtige door ons heen kunnen laten waaien opdat op een dag het vertrouwen of het rechtdoen aan onszelf en aan elkaar zichtbaar wordt.
Donker en Licht brengt mij altijd bij Rembrandt
De belangrijkste Hollandse meester van de 17e eeuw is de mensheidskunstenaar Rembrandt van Rijn. Rembrandt is helemaal kunstenaar van het vijfde na-Atlantische tijdperk. In zijn vele zelfportretten oefent hij zichzelf erin uit te beelden van wat er innerlijk leeft en wat van buiten zichtbaar is.
Het is vrij algemeen bekend dat Rembrandt zowel in zijn schilderijen als etsen regelmatig leerlingen mee liet werken. Met name in de etskunst spreekt een krachtige dramatiek uit en vooral daar vinden we het clair-obscuur. Mogelijk komt deze term van het Italiaanse ‘chiaroscuro’ – het is immers Caravaggio de Italiaanse kunstschilder die met licht en donker werkt. Het is ook mogelijk dat Rembrandt in zijn contact met Jan Asselijn deze grafische techniek verder kon brengen. Op de ets die Rembrandt van hem maakte, lijkt Asselijn klein van gestalte. Van Jan Asselijn, een Italianisant, zijn onder andere genrestukken, landschappen en dieren bekend. De bedreigde zwaan is ongetwijfeld zijn meest beroemde schilderij en hangt al meer dan twee eeuwen in het Rijksmuseum in Amsterdam.

Als ik het schilderij van de bedreigde zwaan zie herinnert het mij altijd aan het verhaal over het lelijke jonge eendje dat in een mooie witte zwaan verandert. Het is één van de bekendste sprookjes van Hans Christian Andersen.
Voor wie het sprookje niet kent gaat het kort samengevat over een eendje wat geboren wordt in een eendennest, maar helemaal niet lijkt op zijn broertjes en zusjes. Het eendje werd ook niet geaccepteerd en liep weg. Het eendje deed wat het leuk vond: drijven op het water en duiken. Welke dieren hij ook zag, ze lieten hem allemaal links liggen. Tot op die dag dat hij een groepje zwanen ontdekte. In het spiegelbeeld van het water ziet het lelijke jonge eendje een prachtige jonge zwaan!
Wat ik leerde is dat alle sprookjes gaan over ontwikkelingswegen
In de esoterische traditie is de zwaan een belangrijk en veel gebruikt symbool en tot mijn verbazing heb ik ontdekt dat de zwaan ook een rol speelt in de inwijdingstraditie. Voor dit inzicht ben ik het schilderij van Jan Asselijn: de bedreigde zwaan (heb je die hond gezien…?) dankbaar. Meestal gaat het bij inwijdingswegen om zeven stappen, in het sprookje van Andersen kent slechts drie trappen.
De eerste trap, waarop we in de huidige tijd staan, is de eerste inwijdingsgraad. Deze toont zich meestal op een manier waarop we de vanzelfsprekende verbinding met onze familie en met name onze meegekregen opvattingen oftewel alles wat ons houvast gaf, verliezen. Pijnlijke ervaringen of verlieservaringen werpen ons bij uitstek op onszelf terug. Elisabeth Kübler-Ross onderscheidde in het rouwproces 5 fasen waarin we leren te leven met verlies. Een niet lineair proces waarbij ook verlieservaringen uit het verleden mee bepalen hoe je vandaag omgaat met rouw. Zijn we in de wereld collectief aan het rouwen…?
De tweede trap wordt het bouwen van een hut genoemd. Een hutje bouwen, kinderen doen het al, omvat het inzicht vinden in grote levensgeheimen en ook kleiner maken, b.v.het zevenjaarsritme bij het kijken naar je eigen leven helpt bij het afbakenen. Wat wacht er op je wat gezien en erkent wil worden als je oude opvattingen leert loslaten. De hut is hiermee een symbool van de inzichten die je ontdekken kan voor je verdere ontwikkeling.
De derde trap is die van de Zwaan. Hier symboliseert de Zwaan ons diepste wezen dat erop wacht om aan het licht te mogen komen. Dat is een proces waarbij altijd weer nieuwe ervaringen zijn die ons innerlijk weten willen aantasten en onze liefdeskrachten willen verduisteren. Steeds opnieuw daar doorheen gaan met de inzichten uit biografiekunst is een uitdaging, het is wel de moeite waard en weet: we doen het samen!
Het sprookje van het lelijke jonge eendje is zo bezien een mooi voorbeeld voor de weg die wij gaan, inzicht krijgen in confrontaties die in eenvoudig verhaal toegankelijk gemaakt worden. Om nooit meer te vergeten!
Of Jan Asselijn ons met het beeld van de bedreigde zwaan dit ook wilde vertellen weten we niet. Hij werd geboren omstreeks 1600 en Hans Christian Andersen begin 1800. Wie op zoek gaat naar biografische informatie over Andersen ontdekt wel dat dit sprookje een metafoor lijkt te zijn voor zijn eigen leven. Verscheen zijn eerste bundel nog onder de titel Sprookjes voor kinderen, de tweede heette Sprookjes, de derde simpelweg Verhalen. Prentenboeken hebben vaak ook mooie beelden. Troost in donkere tijden!
© Joke
Wens jullie het goede en veel dank voor het trouwe volgen van www.fluisteralsjeblieft.nl en het delen van jullie verhalen!
Dank je wel, Joke voor deze inspiratie.
Het is een pijnlijk proces, maar geeft veel inzichten.
Zeker ook kijkende of eigenlijk voelende naar wie mijn voorouders waren en in welke tijd ze geleefd hebben. Helaas ken ik mijn grootouders niet, ze waren al overleden toen ik geboren werd.
Ook kan ik niemand meer vragen over hoe oma en opa waren.
Veronica Maria, ken je dit artikel:
https://wp.me/p2XSLz-1bD